
Het is normaal dat ik van elk schilderij alles documenteer, van het lege canvas tot het eind product, via de schetsfase en de detaillering. Waarom dat gebeurt is vrij eenvoudig te benoemen: zodat mensen kunnen zien dat ik het schilderij heb gemaakt en vooral ook hoe het is gemaakt.
Aan de ene kant doe ik iets aan het ongeloof, want nog steeds zijn er mensen die niet kunnen geloven dat een schilderij ook daadwerkelijk is geschilderd en dat het door mij is gebeurd.
Aan de andere kant is het altijd interessant voor mensen om te zien hoe iets gemaakt wordt en ook omdat het proces van het maken voor mij enorm belangrijk is in het verhaal van het schilderij. Het simpelweg vermelden dat het met acrylverf of olieverf is gedaan, voldoet niet voor me. Het niet vermelden van het proces maakt het resultaat, naar mijn gevoel, incompleet.



Waarom dat het zo belangrijk is voor me, is omdat de vaardigheden nog steeds groeien en dat waarschijnlijk altijd wel zullen doen. Evolutie is middels die foto’s heel makkelijk te zien en dat geeft een mate van voldoening. Het gebeurt dus niet alleen voor de kijker, maar zeker ook voor mezelf. Er wordt uit geleerd en voor een autodidact is het dus een zeer handig gereedschap.
Bij de meeste van de schilderwerken worden er ook foto’s gemaakt van het gereedschap en het materiaal. Dat is vele jaren geleden begonnen om een soort van sfeerbeelden te maken. In de tijd dat ik nog graffiti schilderde en op sociale media zat, was het cruciaal om dat te laten zien. Het droeg bij aan het conceptuele van de presentatie van het werk. Soms waren het verfbussen in slag orde, soms de chaos nadat het werk klaar was, de beelden droegen bij aan een, voor mij belangrijke, compleetheid.



Die gewoonte is dus een vast onderdeel geworden of gebleven toen de graffiti stopte en er steeds meer nadruk lag op de canvassen en panelen. De meeste foto’s zijn ergens een beetje saai, want je ziet telkens dezelfde omgeving of toch een deel ervan. Maar wat je ook ziet is de evolutie van die omgeving en ook de methodiek van het schilderen zelf: soms heel rommelig, soms super netjes. Een soort van zoektocht naar een ideale manier, iets wat zowel praktisch als comfortabel is. Immers, ik woon en schilder in hetzelfde kleine studio-appartement, iets wat, heel begrijpelijk, niet altijd even goed gaat. En dat is ook iets waar veel mooie-dingen-makers mee te maken hebben. Ruimte is luxe.
Enfin, ik dwaal af.
Het deel wat het lerend maakt, is dat de paletten ook op de foto’s staan en ik dus kan zien welke kleuren en tonale waarden er gebruikt en gemengd zijn. En naarmate het schilderen evolueert, neemt ook de drukte toe op het palet. Met acrylverf zie je bijvoorbeeld dat alle mengsels naast elkaar gebeuren, bij olieverf neem ik de luxe van het “stapelen” als een fijn gegeven. De mengsels en de kleuren worden meer op elkaar gelegd. Uit ruimtegebrek, maar ook om de juiste kleurwarmte of contrasten te kunnen maken en zien.



Soms laat ik de foto’s aan mensen zien en dan zeggen ze, niet allemaal, dat het kunstwerken op zichzelf zijn. Bezoekers aan mijn nederig stulpje doen hetzelfde, wat me natuurlijk motiveert om dit voort te blijven doen.
Überhaupt motiveert een bezoek van mensen me om door te gaan, maar dat is weer aan gans ander verhaal. 🙂
Wees de eerste om te reageren